Cahiers
Dit Cahier gaat over projecten in de zorg waar we de afgelopen jaren samen met onze opdrachtgevers aan hebben gewerkt. DAAD heeft de afgelopen twee decennia nadrukkelijk een werkwijze ontwikkeld waarin de dialoog met de opdrachtgever en gebruiker centraal staat. Dit proces resulteert in specifieke oplossingen die afgestemd zijn op de unieke bewoners.
Ter inleiding is een rondetafelgesprek gehouden met belangrijke stakeholders in de zorgwereld van vandaag. Vervolgens komen opdrachtgevers aan het woord die openhartig vertellen over hun dagelijkse praktijk en de betekenis van de architectuur en bouwkunde hierin. DAAD Architecten geeft een kijkje in de werkwijze die het bureau ontwikkeld heeft en laat zien waarin dit kan resulteren. Met dit Cahier hopen we dat mensen aangemoedigd worden en geïnspireerd raken door de verhalen van onze opdrachtgevers die het aandurven hun eigen weg te gaan.
“Er is geen andere architect die zo zijn stempel heeft gedrukt op het aanzien van Noord-Nederland als Cor Kalfsbeek.”
Ter gelegenheid van de uitreiking van de Grote Drentse Cultuurprijs aan architect Cor Kalfsbeek op 6 juni 2016 publiceert DAAD haar negende Cahier met de titel ‘Een zitkuil voor het dorp – Een toekomst voor de jaren ‘70 architectuur van Cor Kalfsbeek’. Als voortzetting van het Architectenbureau van Cor Kalfsbeek wil DAAD met dit Cahier antwoord geven op actuele vragen als: ‘Slopen we onze jaren zeventig architectuur niet te snel?’ en ‘Hoe kunnen deze gebouwen een rol spelen in actuele discussies over dorpsvernieuwing en de omgang met maatschappelijk vastgoed?’
De oplevering van de Natuurderij Keizersrande en de schaapskooi te Balloo vormen samen met het feit dat 2013 het Jaar van de Boerderij was, de directe aanleidingen voor de achtste Cahier. Hierin doet DAAD verslag van de stand van zaken in de agrarische architectuur en de bijdragen van het bureau aan het innovatieve boerenbedrijf.
Onder andere de wedstrijdinzending voor een innovatieve varkensstal (eerste prijs) en die voor een nieuwe schuur in de Noordoostpolder (tweede prijs) komen aan bod. De Natuurderij Keizersrande en de schaapskooi in Balloo zijn twee voorbeelden van bijzondere gebouwde architectuurprojecten waarin DAAD actuele thema’s als duurzaam bouwen, innovatief boeren, dierenwelzijn en verantwoorde omgang met het landschap en het milieu samenbrengt.
Dit Cahier vormt de neerslag van diverse onderzoeken en projecten met hergebruik van agrarisch en industrieel erfgoed als onderwerp. Door het gezamenlijk presenteren van een aantal van deze projecten en studies willen wij laten zien welke bijzondere kwaliteiten deze gebouwen hebben.
Dit heeft natuurlijk te maken met de plek en de geschiedenis, maar ook met een rijkdom aan mogelijkheden om hedendaagse programma’s te huisvesten. Juist door de ontmoetingen van bestaande ruimten en constructies met nieuwe gebruikers en hun programma’s ontstaan onverwachte oplossingen. Aan de hand van verschillende thema’s wordt een aantal oplossingen beschreven, met de nadruk op de ontwikkeling van adequaat onderzoek – en ontwerpmethodieken. Het zevende Cahier is een DAAD initiatief en wil de aandacht vestigen op alle leegstaande gebouwen die een tweede leven verdienen.
Dit Cahier doet verslag van een zoektocht naar eigentijdse dorpse woonvormen voor dorpsbewoners met en zonder zorgbehoefte. Hoe kan een zorgeloos, gelukkig dorpsleven vormgegeven worden? In vier modellen wordt onderzocht wat er kan gebeuren als mensen op Nieuwe Erven gaan wonen. Voor het onderzoek is gekozen voor een bottom-up benadering. In gesprekken werden experts op het gebied van ouderenhuisvesting en dorpsbewoners, om wie het uiteindelijk draait, bevraagd.
In de lente van 2009 zijn we met een keet door de dorpen van Midden-Drenthe gereisd. Een rondreis met expositie en een uitnodiging aan de dorpsbewoners om hun persoonlijke wensen met betrekking tot de Nieuwe Erven aan het onderzoek toe te voegen. Naar aanleiding van dit rapport en een oproep voor zorgarchitectuur door het Stimuleringsfonds voor Architectuur, voerden DAAD, ONIX en Peter de Kan een onderzoek uit naar Nieuwe Erven.
Bouwen in het landschap is een gevoelig thema. Er is dan ook nauwelijks concrete planvorming tot stand gekomen. Hoewel het landschap daarmee zijn zuurverdiende beschermde status heeft behouden, kon niet worden voorkomen dat er volop in het landschap gebouw wordt.
Grootschalige transformatie van agrarisch land tot burgerlandschap en de aanleg van bedrijventerreinen en recreatieparken zijn enkele voorbeelden van hedendaagse ontwikkelingen die nog niet als belangrijke ontwerpopgaven zijn gedefinieerd. Ondertussen woekeren deze wel in hoog tempo en veranderen het landschap ingrijpend. Dit vijfde Cahier (i.s.m. Bosch Slabbers landschapsarchitecten), bevat de resultaten van een op eigen initiatief gestart onderzoek naar de mogelijkheden van hoe wonen en recreatie het landschap in haar ontwikkeling kan helpen. Door juist op de sleetse plekken, waar de cultuurhistorie is verdwenen, de natuur- en landschapsontwikkeling te versterken door nieuwe ontwikkeling, wordt de kwaliteit en leesbaarheid van het landschap weer vergroot.
‘Alle – maar dan ook alle – processen die in het universum plaatsvinden, zijn transformerende processen’. (Louis le Roy in ‘Nature Culture Fusion’)
De geschiedenis begint niet vandaag. Elke plek, elk gebouw heeft een meer of minder complexe geschiedenis waar de tijd zijn sporen in geslepen heeft. Over het kijken naar gebouwen en plekken en het accepteren en gebruiken van gegroeide kwaliteiten, andere inzichten en soms vergissingen. Daarover handelt dit vierde Cahier. Transformatie als zoektocht naar een ontwerphouding die de tegenstrijdigheden niet wegwerkt, maar als uitgangspunt voor verdere ontwikkeling neemt.
De transformatieprojecten die bij DAAD worden bewerkt, variëren in aard en omvang. Na het inleidend essay van Rik Herngreen volgt de beschrijving van enkele (onderdelen van) gerealiseerde werken en projecten in de ontwerpfase.
Eric de Leeuw was van 1997 tot 2005 partner en architect van DAAD, het bureau dat hij in 1997 samen met Rob Hendriks, Chris Stuut en Henk Bakker oprichtte. Hij was betrokken bij talloze projecten waarin zijn visie op architectuur dan ook zeer herkenbaar naar voren komt. Integer, gevoelig en met een scherp oog voor de menselijke maat, geeft Eric op heel persoonlijke wijze invulling aan het vak. De keuze om zijn individuele ontwikkeling voort te zetten in een meer persoonlijke en kleinschaliger sfeer is dan ook een logische consequentie.
Als blijk van onze waardering voor zijn bijdrage aan DAAD publiceren we in de derde Cahier een essay van Lourens Minnema. In dit essay belicht Minnema, die een grote betrokkenheid bij Eric’s werk heeft, het gedachtegoed en de inspiratiebronnen van Eric. Voor de illustraties is een keuze gemaakt uit Eric’s vrije werk en architectuurschetsen van zijn hand.
Voor velen is de binnenstad een aantrekkelijk woongebied. Ruimte om te bouwen is er echter nauwelijks. Behalve op de daken, daar ligt een prachtig stedelijk landschap te wachten op verkenning. Wonen op dit tweede maaiveld in binnensteden is ondertussen op veel locaties een realistische mogelijkheid. Volledig geprefabriceerde woningen kunnen op de daken worden geplaatst.
Het Lighthouse is ontwikkeld als zo’n woning; een prefab tweede maaiveld woning, die binnen de huidige regelgeving en vigerende bestemmingsplannen kan worden gebouwd. Met de oplevering van het project in de Rabenhauptstraat te Groningen in het voorjaar van 2005 is opnieuw een belangrijke stap gezet in het ontwerpproces van het Lighthouse. Van de ervaringen, opgedaan in dit proces van ontwerp, prefabricage, transport en bouw, doen wij in dit tweede Cahier verslag.
Na de overgang van architektenburo Cor Kalfsbeek in DAAD Architecten in mei 1997 werkten we als vanouds aan eigen ontwerpopgaven, maar ook aan de uitwerking van plannen in Groningen van buitenlandse architecten. Verantwoordelijk binnen DAAD als co-architect van o.a. Giorgio Grassi (openbare bibliotheek), Adolfo Natalini (Waagstraat) en S333 (CiBoGa schots 1 en 2) was architect en partner Chris Stuut. Ter gelegenheid van zijn plotselinge en vroegtijdige overlijden in 2004 produceerden we het eerste DAAD-cahier. Hierin kwamen een aantal van de architecten van plannen waarbij Chris betrokken was aan het woord over zijn bijzondere kwaliteiten om hun ideeën conform plan gebouwd te krijgen.
Op weinig plaatsen in Nederland is de geschiedenis van een gebied zo duidelijk, haast tastbaar aanwezig, als in Veenhuizen, één van de voormalige Koloniën van Weldadigheid.
DAAD is gevraagd de potenties van het landschap, de geschiedenis en de bebouwing van Veenhuizen te laten zien en op welke wijze dit kan worden ingezet voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied. In vier scenario’s worden de karakteristieken van het bestaande Veenhuizen als uitgangspunt genomen voor ontwerpstrategieën. Hierbij versterken zowel oud en nieuw als landschap en bebouwing elkaar door wederzijdse beïnvloeding. Deze scenario’s zijn geen ontwerpen met eindbeelden, maar vertegenwoordigen verschillende denkrichtingen zonder een exact eindresultaat na te streven. De landschappelijke drager wordt dusdanig versterkt dat vele nieuwe ontwikkelingen en programma’s er hun plek in kunnen vinden.
–
–
–